Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Een leerkracht vertelt aan Kek Mama wat ze meemaakt. Deze keer: Carola (35) geeft les aan groep 5.
Vrijdagochtend. Er klinkt een Surinaams liedje door de klas: Ala presi komisi d’a botri. Ofwel: In elke keuken staat een chef. Anjali, Shiva en Malti zingen, dansen en drummen mee. Dat laatste met pollepels op de pannen waarin ze een Surinaamse nepmaaltijd koken. Met neprijst, tayer, kousenband, okra. Ik verheug me op een hapje, straks. Ook al is het van klei.
De act is onderdeel van de aardrijkskundeles. Alle kinderen doen een toneelstukje om hun land te verbeelden. Het is doorwerken, want ze komen uit alle windstreken: Irak, Iran, Afghanistan, Marokko, Turkije, Somalië, Israël, Suriname en Rwanda. Ik heb slechts vier Nederlandse leerlingen.
De klas is de studio, de klasgenoten zijn de tv-kijkers. Qadir uit Somalië presenteert. Na de Surinaamse act zegt hij: “We schakelen nu over naar Teheran.” Daar staat Iraanse Darius zogenaamd voor de ingang van een moskee. Met zijn vriendje Willem. “Gaan we naar binnen?” vraagt Willem. “Nee, op vrijdag mag je alleen naar binnen als je moslim bent”, zegt Darius. “Ik bid wel voor ons tweeën.” Hij legt een bidmatje neer en zingt een Arabisch gebed. Na twee minuten begint de klas onrustig op de stoel te schuifelen, na drie minuten grijp ik in.
Lees ook
De juf: leerling Seid maakte een bombardement van IS mee >
Gelukkig houdt Sara uit Israël het korter. Ze doet het alleen, niemand wilde met haar meedoen. Zij is populair genoeg, maar Israël ligt niet goed bij de moslimkinderen, beter gezegd: bij hun ouders. Ze is in drie zinnen klaar. Israël is een heel leuk land, vertelt ze, maar op bezoek bij haar oma heeft ze een bomaanval meegemaakt. Dat was eng. Ze eindigt met het lied Jeruzalem in het Hebreeuws. Zo mooi gezongen dat iedereen klapt.
Als Sara weer gaat zitten vraagt Arminx uit Irak: “Hebben ze bij jullie ook bombardementen?” Ik praat er snel overheen. Hassan uit Syrië kan niet tegen het onderwerp. Hij heeft zijn opa zien vermoorden door IS. Het eerste jaar op school heeft hij niet gepraat, en als het over oorlog gaat houdt hij zo weer een week zijn mond. Ik ben blij dat de Tweede Wereldoorlog pas in groep acht wordt behandeld.
Het wordt weer gezellig door de Marokkaanse grapjas Bandar. In een komische scène wurmt hij zich in een veel te klein Marokkaans gewaad. Hij stelt drie vriendjes vragen over de Marokkaanse koning. Wie een fout maakt krijgt een klap met een meetlat. Ik neem me voor een les te wijden aan lijfstraffen.
In de Nederlandse act dansen Kim, Marieke en Cleopatra de klompendans. Met echte klompen, en papieren witte musjes op. De swingendste is Cleopatra, die uit Somalië komt. Zij is net genaturaliseerd na jaren statenloos geweest te zijn en ze wil maar één ding: Hollands zijn, en nooit meer over Somalië praten.
Hollandse Max vond de klompendans te saai. Hij wil Korea doen omdat hij op taekwondo zit. Ik vond het een goede afsluiter: een land waar niemand vandaan komt is van iedereen. Het lied Gangnam style dendert door de klas, al gauw staat iedereen op zijn stoel te hiphoppen. Zelfs Hassan. Ik zie een lachje doorbreken op zijn smalle gezichtje. Voor mij is dit het mooiste moment van een fantastische ochtend.
Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.
Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >