Een leerkracht vertelt aan Kek Mama wat ze meemaakt. Deze keer: juf Julia en de ruziënde ouders van Job.
Lees verder onder de advertentie
Woensdagavond, zeven uur. Tegenover me zitten de ouders van zesjarige Job. Hij is universitair docent, zij advocaat. Hun stoelen staan zo ver mogelijk uit elkaar. Ze zijn net gescheiden. Ik friemel nerveus aan mijn kettinkje. Ze zijn bijna twintig jaar ouder dan ik; ik kom vers van de leraren opleiding. Het is niet de enige reden dat ik tegen dit gesprek opzie. Een paar dagen eerder hebben ze een scene getrapt op het volle schoolplein. Job stond er lijkbleek bij. Daarom heb ik ze gevraagd te komen praten.
Lees verder onder de advertentie
Oorlog in mijn klaslokaal
Als ik naar hun strakke gezichten staar, denk ik: wat kan ik ze in godsnaam vertellen wat ze zelf niet bedacht hebben? Dan zie ik het verdrietige gezichtje van Job voor me. Ik moet voor hem opkomen. “Die ruzie op het schoolplein had niet mogen plaatsvinden”, zegt de vader. De moeder knikt. Ik haal opgelucht adem. Misschien wordt het makkelijker dan ik dacht. Dan vraagt de vader of hij het gebeuren mag toelichten. Per ongeluk zeg ik ja. Binnen de kortste keren is het oorlog in mijn klaslokaal. Vader verwijt moeder hem tegen de afspraken in het huis uit te hebben gezet omdat zij besloten heeft het te kopen. Moeder zegt dat hij haar ’s nachts belt en stalkt. Hij klaagt dat ze de kinderen tegen hem opzet. De verwijten vliegen als kogels heen en weer.
De twee lijken niet meer door te hebben dat ik ook in het lokaal ben. Ik begin te begrijpen hoe Job zich moet voelen. Job. Hij was de makkelijkste kleuter van de wereld toen ik hem les gaf in groep 1. Nu slaat hij klasgenootjes, scheldt ze uit en luistert niet naar me. Hij blijft een kwartier weg als hij naar de wc moet, zodat ik hem overal moet gaan zoeken. Soms is hij overdreven positief, in een taal die te wijs is voor zijn leeftijd. Dan zegt hij: “Eet smakelijk, lieve juf.” Of: “Jij bent echt de liefste juf.”
In gedachten hoor ik hem tegen zijn ruziënde ouders om de beurt zeggen: “Jij bent de allerliefste.” Te midden van het ouderlijke gescheld voel ik boosheid opkomen. Ik zou het liefst op de tafel slaan en roepen: “U maakt hem kapot!” Maar ik mag geen partij kiezen. “Mevrouw, meneer, mag ik uw aandacht?” vraag ik. Ik moet gillen om boven ze uit te komen. Ze kijken me verdwaasd aan. “Het spijt me. Ik word een beetje door u aan gestoken geloof ik.”
Lees verder onder de advertentie
Er gebeurt een klein wonder: ze kijken geamuseerd. “Hoe denkt u dat deze situatie voor Job is?” vraag ik. Ik vertel waarom ik me grote zorgen maak over Job. Ik ben niet meer geïntimideerd, de rollen zijn omgedraaid, ik praat en praat. Als ik op hou kijken de twee geschrokken en bedremmeld. En dan komt er voorzichtig een normaal gesprek op gang. Het lijkt wel of ze wakker zijn geschud.
Desgevraagd zeggen ze beiden dat ze mijn observaties herkennen. En dat ze dolgraag de oude Job terug willen. En dat ze vanuit de grond van hun hart willen proberen hun verstoorde verhoudingen opzij te zetten waar het Job betreft. Ik stel voor dat we daartoe een aan onze school verbonden therapeut in de arm nemen. Ze nemen het met beide handen aan. Bij het weggaan helpt de vader de moeder in haar jas. Ik kijk ze voldaan na. Het zijn écht keurige mensen, denk ik.
Lees verder onder de advertentie
Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.
Meer verhalen over school en opvoeden? Volg ons op Facebook.
Van extravagante thema’s tot dure locaties, het lijkt soms alsof de lat steeds hoger wordt gelegd voor kinderfeestjes. Maar wat doe je als je ineens zélf moet betalen voor het feestje waar je kind voor is uitgenodigd? Het overkwam Gina.
We vlogen het afgelopen jaar van de ene zwangerschapsaankondiging naar de andere. Hoog tijd om al het babynieuws op een rijtje te zetten: deze BN’ers verwachten een baby in 2025.
Een speeldagje bij een vriendin klinkt onschuldig, toch? Voor Brenda veranderde het in een dure les toen haar dochter Ellie per ongeluk een vaas omstootte. Wat volgde, was een Tikkie van 350 euro en een hoop gedoe.
Met de beste bedoelingen zet je jarenlang maandelijks braaf een bedrag opzij, om je kind een goede start te kunnen bieden. Om vervolgens je zoon op zijn achttiende verjaardag toegang te geven tot die spaarrekening en hij een jaar later geld komt vragen, omdat het op is.