Elsa: ‘Ik schrok me kapot toen ik via de babyfoon zag wat de oppas deed’
De oppas in de gaten houden via de babyfoon, je kunt het eigenlijk niet maken. Toch deed Elsa het, en daar is ze achteraf gezien heel dankbaar voor.
Op een zondagmiddag kun je er zomaar door worden overvallen: de zin om een heleboel taartjes te bakken. En ze daarna met z’n allen stuk voor stuk op te eten.
Wat heb je nodig (12 kleine bakvormpjes van 10 cm):
• 200 gr boter (en extra om in te vetten)
• 100 gr suiker
• 300 gr bloem (en extra om te bestuiven)
• 1 eidooier
• snufje zout
• handmixer of keukenmachine
Snijd de boter in kleine blokjes en meng met de suiker in een kom. Meng met een mixer tot een korrelig mengsel. Zeef de bloem op je werkblad en schep het suikermengsel erbij. Voeg de dooier en het zout toe en kneed alles met koele handen snel door elkaar. Je kunt ook alle ingrediënten in de keukenmachine doen en mengen tot een kruimelig deeg. Kneed het dan even door op je werkblad. Blijf kneden tot je een samenhangend deeg hebt, maar kneed niet te lang, want dan smelt de boter door de warmte van je handen. Verdeel het deeg in 2 delen en laat het in plastic folie ten minste 30 minuten opstijven in de koelkast. Neem een deel van het deeg en rol het uit op een met bloem bestoven werkblad tot een dunne plak. Als dat niet lekker gaat, laat je het deeg een paar minuten wat zachter worden. Steek er rondjes uit die wat groter zijn dan de vormpjes. Vet de vormpjes licht in met boter en bestuif met bloem. Doe het deeg in de vormpjes en druk het goed aan. Snijd het deeg boven de rand af en prik met een vork gaatjes in de bodem. Zet de vormpjes nog een halfuurtje in de koelkast. Heb je genoeg vormpjes, dan vul je die met de rest van het deeg. Zo niet, bak dan eerst de eerste lichting bodems. Verwarm hiervoor de oven voor op 175°C. Bak de deegbodems in zo’n 15 minuten egaal lichtbruin en gaar. Laat ze afkoelen en verwijder dan evt. voorzichtig de vormpjes om de rest van de deegbodems te kunnen bakken. Vul de afgekoelde taartbodems met de vulling van je keuze óf maak voor ieder zijn eigen favoriet.
Appel met room
Schil 1 grote goudrenet (of 2 kleine). Je hebt uiteindelijk ongeveer 250 gr nodig. Snijd de appel in kwarten en verwijder het klokhuis. Snijd daarna in stukjes van een paar centimeter en meng met 75 gr geleisuiker en 1 tl kaneelpoeder. Verhit de appelstukjes ca. 10 minuten op middelhoog vuur. Roer door zodat je een deel van de appel tot moes roert. Laat afkoelen tot lauw en vul de gebakken bodems met de appelcompote. Laat afkoelen en spuit er met een fijne spuitmond slagroom of crème fraîche overheen. Versier evt. met chocoladebolletjes.
Chocola
Breng 50 ml melk met 75 ml slagroom en 1 zakje vanillesuiker aan de kook. Breek 200 gr pure chocola van goede kwaliteit in kleine stukjes en doe in een kom. Schenk het hete roommengsel erover en laat even staan. Roer rustig door zodat de chocola smelt en je een dikke saus krijgt. Zet, als de chocola nog niet gesmolten is, de kom een paar minuten op een pan heet water of 30 seconden in de magnetron. Roer er 40 gr in blokjes gesneden boter blokje voor blokje door de saus. Verdeel de chocoladesaus over de bodems en laat opstijven. Versier evt. met witte chocoladebolletjes.
Citroen
Pers 2 of 3 citroenen uit. Je hebt ongeveer 80 ml sap nodig. Meng 3 eierdooiers met 60 gr suiker en 1 tl aardappelzetmeel in een pannetje tot een crème. Voeg 125 ml slagroom en het citroensap toe en zet op het vuur. Breng al roerend aan de kook. Laat op laag vuur een paar minuten doorkoken. Neem van het vuur en roer er 50 gram in blokjes gesneden boter door. Schenk de crème in de bodems en laat afkoelen. Garneer evt. met roze glazuurstrepen.
Frambozenkwark
Pureer 125 gr frambozen (ze mogen ook uit de diepvries komen) met 40 gr poedersuiker (of meer als de frambozen wat zuur zijn). Druk alles met een lepel door een zeef zodat de pitjes achterblijven. Week 2 blaadjes gelatine in koud water. Doe de frambozenpuree in een pan en laat warm worden. Knijp de gelatine uit en meng door de puree. Laat de frambozenpuree afkoelen tot lauw en spatel de puree door 200 ml kwark. Verdeel de kwark over de bodems en laat opstijven in de koelkast. Garneer evt. met gele glazuurstrepen.