Eerste kerstdiner op school: ‘Een halfuur later belde zijn juf’
Het is spannend, zo’n eerste kerstdiner op school. En dan kan je kleine in al z’n enthousiasme de festiviteiten íets te ver door trekken.
Eline (33) pakte met vriend Nick (34), zoon Olivier (4) en dochter Phileine (2) de auto naar Luxemburg en waande zich in een paar dagen in Bourgondië én Oostenrijk.
‘Al in de auto, rijdend door Luxemburg, voelde ik het: wat een rust. De kronkelweggetjes, al dat groen, gele bloemenvelden, weilanden met koeien, een schone lucht. Het deed me aan Oostenrijk denken. Toen we uitstapten, viel het geluid van de vogels me meteen op. En dat geluid hebben we al die dagen overal gehoord, zo mooi.’
‘We begonnen op een camping in Mersch, waar we in een nieuwe stacaravan sliepen. Nog niet eerder kampeerde ik met ons hele gezin, dus ik werd er meteen heel nostalgisch van: kinderen die de hele dag buiten spelen, chocoladebroodjes halen bij de bakker, zo’n typisch campingrestaurantje waar we heerlijk hebben gegeten. Olivier en Phileine vermaakten zich prima in de speeltuin en waren de hele dag buiten. En nadat we de kinderen in de caravan op bed hadden gelegd, toen voelde ik het: dat echte campinggevoel, zo samen op vakantie als gezin.’
‘Luxemburg is maar 4,5 uur rijden vanaf ons huis, maar overal voelde het echt als buitenland. Niet alleen vanwege de bergen en die mooie glooiende weilanden, maar ook omdat de cultuur daar veel Bourgondischer is. Kantoren gaan in de middag twee uur dicht: dan gaat iedereen uitgebreid lunchen. Die twee uur hebben ze ook wel nodig, want er wordt stevig getafeld, compleet met lekkere Luxemburgse wijn. Wat ik ook typisch Luxemburgs vond, was de rust die overal heerste. Zelfs in de stad was het niet druk. ‘Waar is iedereen?’ dacht ik wel eens als we weer alle plek hadden op een terrasje of in een restaurant.’
‘Na Mersch reden we richting het zuiden, een prachtige route langs bloemvelden. Daar hadden we een uitje in de mijnen gepland, waarvoor we maar liefst vierhonderd meter diep de grond in gingen. Bizar: in die diepte stookten de mijnwerkers zelf hun jenever. Daarna weer terug de frisse lucht in, om met een stoomtrein naar het Spoorwegmuseum af te reizen. Een hoogtepunt was dat, om zo met die witte stoomwolken door het bos te rijden, net als in een western film. Ook hier viel me weer het aanstekelijke enthousiasme van de Luxemburgers op: de mensen die de rondleidingen door de mijn deden, de mannen die de kolen in de trein schepten: het waren allemaal vrijwilligers die het hartstikke leuk vonden om erover te vertellen.’
‘Die avond sliepen we in een ander hoogtepunt van onze vakantie: een boomhut middenin een dierenpark. Het waren lievige Hans en Grietje-huizen op houten palen, waaronder herten, koeien en konijnen scharrelden. Alles klopte: de gordijnen, de luiken, het oudgroene beddengoed, de mand met broodjes, jam en wijn die we bij ontvangst kregen. We kregen ook voederzakjes om de dieren te voeren; dat bleek de volgende ochtend de ideale manier om onze dag te beginnen. Daar in het groen, vol in de natuur, sloten we onze trip af. Het waren maar drie dagen, maar door die andere omgeving, dat Bourgondische, de rust en de witte Luxemburgse wijn die we tot tien uur ’s avonds buiten konden drinken, voelde het echt als vakantie.’